La recherche du mot verantwoordelijk zijn voor a 3 plusieurs résultats
Aller à
NL Néerlandais FR Français
verantwoordelijk zijn voor [verantwoordelijkheid] avoir à répondre de [verantwoordelijkheid]
verantwoordelijk zijn voor [verantwoordelijkheid] accepter la responsibilité de [verantwoordelijkheid]
verantwoordelijk zijn voor [verantwoordelijkheid] être responsable de [verantwoordelijkheid]

NL FR Traductions pour verantwoordelijk

verantwoordelijk (adj) [Having accountability] responsable (adj) {m} [Having accountability]
verantwoordelijk (adj) [able to answer reasonably for one's conduct] responsable (adj) {m} [able to answer reasonably for one's conduct]
verantwoordelijk (adj) [answerable for an act performed or for its consequences] responsable (adj) {m} [answerable for an act performed or for its consequences]
verantwoordelijk [baan] responsable {m} [baan]
verantwoordelijk (adj) [being a primary cause or agent of some event or action] responsable (adj) {m} [being a primary cause or agent of some event or action]
verantwoordelijk (adj) [involving a degree of personal accountability] responsable (adj) {m} [involving a degree of personal accountability]
verantwoordelijk [schuld] responsable {m} [schuld]
verantwoordelijk [verantwoordelijkheid] responsable {m} [verantwoordelijkheid]
verantwoordelijk [baan] chargé de [baan]
verantwoordelijk [schuld] chargé de [schuld]

NL FR Traductions pour zijn

zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} avoir (v) {m} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} faire (v) [used to indicate weather, air quality, or the like]
zijn [filosofie] {n} existence {f} [filosofie]
zijn [algemeen] {n} se trouver [algemeen]
zijn [filosofie] {n} se trouver [filosofie]
zijn [plaats] {n} se trouver [plaats]
zijn {n} être {m}
zijn [algemeen] {n} être {m} [algemeen]
zijn [bestaan] {n} être {m} [bestaan]
zijn [filosofie] {n} être {m} [filosofie]

NL FR Traductions pour voor

voor [algemeen] {m} de [algemeen]
voor [ruil] {m} de [ruil]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} pendant (conj prep) [over a period of time]
voor (prep) [in support of] {m} avec (prep) [in support of]
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} avant que (prep adv conj) [earlier than in time]
voor [plaats] {m} avant que [plaats]
voor [tijd] {m} avant que [tijd]
voor {m} avant {m}
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} avant (prep adv conj) {m} [earlier than in time]
voor (prep adv conj) [in front of according to an ordering system] {m} avant (prep adv conj) {m} [in front of according to an ordering system]