| overhalen [verklaring] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | persuader [verklaring] - aient persuadé
- aies persuadé
- persuadent
- persuades
| |
| overhalen [persoon] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | persuader [persoon] - aient persuadé
- aies persuadé
- persuadent
- persuades
| |
| overhalen [overtuigen] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | persuader [overtuigen] - aient persuadé
- aies persuadé
- persuadent
- persuades
| |
| overhalen [vleierij] | | cirer les bottes [vleierij] | |
| overhalen [vleierij] | | lécher les bottes [vleierij] | |
| overhalen [vleierij] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | flagorner [vleierij] - aient flagorné
- aies flagorné
- flagornes
- flagornent
| |
| overhalen [overtuigen] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | séduire [overtuigen] - aient séduit
- aies séduit
- séduises
- séduisent
| |
| overhalen (v) [persuade gradually] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | amadouer (v) [persuade gradually] - aient amadoué
- aies amadoué
- amadouent
- amadoues
| |
| overhalen [mening] | | amener à [mening] | |
| overhalen [vleierij] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | flatter [vleierij] - aies flatté
- aient flatté
- flattent
- flattes
| |
| overhalen [mening] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | convertir [mening] - aient converti
- aies converti
- convertisses
- convertissent
| |
| overhalen [verklaring] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | charmer [verklaring] - aies charmé
- aient charmé
- charmes
- charment
| |
| overhalen [persoon] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | charmer [persoon] - aies charmé
- aient charmé
- charmes
- charment
| |
| overhalen [overtuigen] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | charmer [overtuigen] - aies charmé
- aient charmé
- charmes
- charment
| |
| overhalen [verklaring] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | séduire [verklaring] - aient séduit
- aies séduit
- séduises
- séduisent
| |
| overhalen [persoon] - overgehaald
- haalt over
- halen over
- haalde over
- haalden over
| | séduire [persoon] - aient séduit
- aies séduit
- séduises
- séduisent
| |