La recherche du mot iemand een ongeluk laten schrikken a 2 plusieurs résultats
Aller à

NL FR Traductions pour iemand

iemand (v) [to snub] être (v) {m} [to snub]
iemand quelqu'un
iemand [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] quelqu'un [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand [onbepaald vnw. - vragende zinnen] quelqu'un [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand [onbepaald voornaamwoord - m.] quelqu'un [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] quelqu'un (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] quelqu'un (pronoun n) [some unspecified person]

NL FR Traductions pour een

een (v) [to fart] {m} lâcher (v) [to fart]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} faire (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} complimenter (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (v) [to fart] {m} en (v) [to fart]
een [algemeen] {m} quelque [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} quelque [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} quelque [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} un {m}
een [algemeen] {m} un {m} [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} un {m} [hoofdtelwoord]

NL FR Traductions pour ongeluk

ongeluk [algemeen] {n} malheur {m} [algemeen]
ongeluk [gebeurtenis] {n} malheur {m} [gebeurtenis]
ongeluk [tegenslag] {n} malheur {m} [tegenslag]
ongeluk [verkeer] {n} malheur {m} [verkeer]
ongeluk [algemeen] {n} choc {m} [algemeen]
ongeluk [gebeurtenis] {n} choc {m} [gebeurtenis]
ongeluk [tegenslag] {n} choc {m} [tegenslag]
ongeluk [verkeer] {n} choc {m} [verkeer]
ongeluk (n) [misfortune] {n} manque (n) {m} [misfortune]
ongeluk [algemeen] {n} accident {m} [algemeen]

NL FR Traductions pour laten

laten [stuk] laisser [stuk]
laten [vergeten] laisser [vergeten]
laten (n adv prep adj v) [to drop] laisser tomber (n adv prep adj v) [to drop] (informal)

NL FR Traductions pour schrikken

schrikken (n v) [to frighten] effrayer (n v) [to frighten]
schrikken (n v) [to move or be excited on feeling alarm] sursauter (n v) [to move or be excited on feeling alarm]
schrikken [verrassing] sursauter [verrassing]