La recherche du mot verspreiden a 45 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
verspreiden [algemeen] parsemer [algemeen]
verspreiden [gerucht] claironner [gerucht]
verspreiden [gerucht] propager [gerucht]
verspreiden [idee] propager [idee]
verspreiden [nieuws] propager [nieuws]
NL Néerlandais FR Français
verspreiden [uitspreiden] propager [uitspreiden]
verspreiden (n) [to disperse, scatter] éparpiller (n) [to disperse, scatter]
verspreiden (v) [to distribute loosely] éparpiller (v) [to distribute loosely]
verspreiden [algemeen] émailler [algemeen]
verspreiden [idee] faire circuler [idee]
verspreiden [nieuws] faire circuler [nieuws]
verspreiden [uitspreiden] faire circuler [uitspreiden]
verspreiden [verstrooien] dissiper [verstrooien]
verspreiden (v) [to distribute loosely] parsemer (v) [to distribute loosely]
verspreiden [idee] diffuser [idee]
verspreiden [nieuws] diffuser [nieuws]
verspreiden (n) [to disperse, scatter] diffuser (n) [to disperse, scatter]
verspreiden [uitspreiden] diffuser [uitspreiden]
verspreiden [verstrooien] diffuser [verstrooien]
verspreiden [idee] disséminer [idee]
verspreiden [nieuws] disséminer [nieuws]
verspreiden [uitspreiden] disséminer [uitspreiden]
verspreiden (v n) [to spread out in disorderly fashion] s'étaler, s'étendre (v n) [to spread out in disorderly fashion] (v n)
verspreiden (n) [to stretch out, expand] étaler (n) [to stretch out, expand]
verspreiden (n) [(transitive) to disseminate, make known or present] répandre (n) [(transitive) to disseminate, make known or present]
verspreiden [algemeen] répandre [algemeen]
verspreiden [idee] répandre [idee]
verspreiden [nieuws] répandre [nieuws]
verspreiden [ruiken] répandre [ruiken]
verspreiden (n) [to disperse, scatter] répandre (n) [to disperse, scatter]
verspreiden (n) [to stretch out, expand] répandre (n) [to stretch out, expand]
verspreiden [uitspreiden] répandre [uitspreiden]
verspreiden [verstrooien] répandre [verstrooien]
verspreiden (n) [(transitive) to disseminate, make known or present] étaler (n) [(transitive) to disseminate, make known or present]
verspreiden [ruiken] dégager [ruiken]
verspreiden (v) [to scatter or spread] répartir (v) [to scatter or spread]
verspreiden (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand] étendre (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand]
verspreiden (n) [(transitive) to disseminate, make known or present] étendre (n) [(transitive) to disseminate, make known or present]
verspreiden (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand] s'étendre (n) [(intransitive) to take up a larger area, expand]
verspreiden [algemeen] disperser [algemeen]
verspreiden (v) [to cause to separate] disperser (v) [to cause to separate]
verspreiden (n) [to disperse, scatter] disperser (n) [to disperse, scatter]
verspreiden [uitspreiden] disperser [uitspreiden]
verspreiden [verstrooien] disperser [verstrooien]
verspreiden [uitspreiden] dissiper [uitspreiden]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour verspreiden FR Traductions
verkondigen [adverteren] professar
propageren [adverteren] difundir
afgeven [afgeven] emitir
uitstralen [afstralen] estar brilhante
adverteren [propageren] notificar
strooien [zaaien] esparramar
uitzaaien [zaaien] semear
prediken [verkondigen] pregar
zaaien [strooien] n semeadura {f}