La recherche du mot zij het a 2 plusieurs résultats
Aller à
NL Néerlandais FR Français
zij het [algemeen] si {m} [algemeen]
zij het [algemeen] soit [algemeen]

NL FR Traductions pour zij

zij [algemeen] {m} côté {m} [algemeen]
zij [anatomie] {m} côté {m} [anatomie]
zij [algemeen] {m} flanc {m} [algemeen]
zij [anatomie] {m} flanc {m} [anatomie]
zij [textiel] {m} soie {f} [textiel]
zij {m} elle
zij [algemeen] {m} elle [algemeen]
zij (pronoun n) [person] {m} elle (pronoun n) [person]
zij [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} elle [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} eux (pronoun determiner) [third-person plural pronoun]

NL FR Traductions pour het

het (n v abbr) [work, suffice] aller (n v abbr) [work, suffice]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ce [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ce [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ça [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ça [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] cela [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] cela [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het le
het (article adv) [article] le (article adv) [article]
het [bepaald lidwoord] le [bepaald lidwoord]