La recherche du mot slag a 70 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
slag [gevecht] {m} craquement {m} [gevecht]
slag [sport - tennis] {m} coup de queue {m} [sport - tennis]
slag [gevecht] {m} coup de queue {m} [gevecht]
slag [geluid] {m} coup de queue {m} [geluid]
slag [beweging] {m} coup de queue {m} [beweging]
NL Néerlandais FR Français
slag [algemeen] {m} coup de queue {m} [algemeen]
slag [wapen] {m} craquement {m} [wapen]
slag [staart] {m} craquement {m} [staart]
slag [sport - tennis] {m} craquement {m} [sport - tennis]
slag [staart] {m} coup de queue {m} [staart]
slag [geluid] {m} craquement {m} [geluid]
slag [beweging] {m} craquement {m} [beweging]
slag [algemeen] {m} craquement {m} [algemeen]
slag [wapen] {m} gifle {f} [wapen]
slag [staart] {m} gifle {f} [staart]
slag [sport - tennis] {m} gifle {f} [sport - tennis]
slag [gevecht] {m} gifle {f} [gevecht]
slag [geluid] {m} gifle {f} [geluid]
slag [wapen] {m} grand coup {m} [wapen]
slag [sport - zwemmen] {m} mouvement des bras {m} [sport - zwemmen]
slag [wapen] {m} mouvement circulaire {m} [wapen]
slag [staart] {m} mouvement circulaire {m} [staart]
slag [sport - tennis] {m} mouvement circulaire {m} [sport - tennis]
slag [gevecht] {m} mouvement circulaire {m} [gevecht]
slag [geluid] {m} mouvement circulaire {m} [geluid]
slag [beweging] {m} mouvement circulaire {m} [beweging]
slag [algemeen] {m} mouvement circulaire {m} [algemeen]
slag [beweging] {m} gifle {f} [beweging]
slag [staart] {m} grand coup {m} [staart]
slag [sport - tennis] {m} grand coup {m} [sport - tennis]
slag [gevecht] {m} grand coup {m} [gevecht]
slag [geluid] {m} grand coup {m} [geluid]
slag [beweging] {m} grand coup {m} [beweging]
slag [algemeen] {m} grand coup {m} [algemeen]
slag [wapen] {m} coup de queue {m} [wapen]
slag [geluid] {m} coup {m} [geluid]
slag [geluid] {m} coup de poing {m} [geluid]
slag [beweging] {m} coup de poing {m} [beweging]
slag [algemeen] {m} coup de poing {m} [algemeen]
slag [wapen] {m} coup {m} [wapen]
slag [staart] {m} coup {m} [staart]
slag [sport - tennis] {m} coup {m} [sport - tennis]
slag (n v) [single movement with a tool] {m} coup (n v) {m} [single movement with a tool]
slag [gevecht] {m} coup {m} [gevecht]
slag [gevecht] {m} coup de poing {m} [gevecht]
slag [beweging] {m} coup {m} [beweging]
slag [algemeen] {m} coup {m} [algemeen]
slag (n v) [act of striking with a weapon] {m} coup (n v) {m} [act of striking with a weapon]
slag (v n) [act of striking or hitting] {m} coup (v n) {m} [act of striking or hitting]
slag (n v) [particular style of swimming] {m} brasse (n v) {f} [particular style of swimming]
slag [militair] {m} conflit {m} [militair]
slag [militair] {m} accrochage {m} [militair]
slag [geluid] {m} fracas {m} [geluid]
slag [militair] {m} bataille {f} [militair]
slag [algemeen] {m} gifle {f} [algemeen]
slag [algemeen] {m} coup écrasant {m} [algemeen]
slag [militair] {m} lutte {f} [militair]
slag (adj v n) [general action, fight, or encounter; a combat] {m} lutte (adj v n) {f} [general action, fight, or encounter; a combat]
slag (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {m} lutte (n v) {f} [a battle; a fight; a struggle for victory]
slag {m} lutte {f}
slag [militair] {m} combat {m} [militair]
slag (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {m} combat (n v) {m} [a battle; a fight; a struggle for victory]
slag [sport - zwemmen] {m} brassée {f} [sport - zwemmen]
slag (adj v n) [general action, fight, or encounter; a combat] {m} bataille (adj v n) {f} [general action, fight, or encounter; a combat]
slag (n v) [a battle; a fight; a struggle for victory] {m} bataille (n v) {f} [a battle; a fight; a struggle for victory]
slag [militair] {m} affrontement armé {m} [militair]
slag [wapen] {m} coup de poing {m} [wapen]
slag [staart] {m} coup de poing {m} [staart]
slag [sport - tennis] {m} coup de poing {m} [sport - tennis]
slag {m} bataille {f}

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour slag FR Traductions
bons [smak] m rebote {m}
klap [smak] m golpear
plof [smak] m taponazo {m}
gesel [beproeving] m flagelo
ongeluk [beproeving] n mala suerte {f}
onheil [beproeving] n desastre {m}
plaag [beproeving] m azote {m}
rampspoed [beproeving] m infortunio {m}
tegenspoed [beproeving] m adversidad {f}
vloek [beproeving] m maldición {f}
ramp [beproeving] m desastre {m}
oorvijg [mep] m torta {f}
mep [klap] m cachetada
schade [deuk] m detrimento {m}
verlies [deuk] n luto {m}
handigheid [foef] f destreza {f}
truc [foef] m artimaña {f}
kneep [foef] m pellizco {m}
houw [hak] m azuela {f}
soort [type] n clase {f}