La recherche du mot rekenen op a 11 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
rekenen op [persoon] compter sur [persoon]
rekenen op (v) [rest with confidence] compter sur (v) [rest with confidence]
rekenen op [schatting] compter sur [schatting]
rekenen op [wens] compter sur [wens]
rekenen op [persoon] se reposer sur [persoon]
NL Néerlandais FR Français
rekenen op [persoon] s'attendre à [persoon]
rekenen op [schatting] s'attendre à [schatting]
rekenen op [wens] s'attendre à [wens]
rekenen op [persoon] se fier à [persoon]
rekenen op [schatting] se fier à [schatting]
rekenen op [wens] se fier à [wens]

NL FR Traductions pour rekenen

rekenen [wiskunde] {n} compter [wiskunde]
rekenen [tellen] {n} dénombrement {m} [tellen]
rekenen (v) [(''intransitive'') determine values or solutions] {n} calculer (v) [(''intransitive'') determine values or solutions]
rekenen [wiskunde] {n} calculer [wiskunde]
rekenen [tellen] {n} calcul {m} [tellen]
rekenen [tellen] {n} compte {m} [tellen]

NL FR Traductions pour op

op (adj v) [being exhausted or fully spent] mort (adj v) {f} [being exhausted or fully spent]
op sur
op (prep adv) [being above and in contact with another] sur (prep adv) [being above and in contact with another]
op [deel] sur [deel]
op [dimensie] sur [dimensie]
op [ter ere van] sur [ter ere van]
op [voorzetsel] sur [voorzetsel]
op [wakker] sur [wakker]
op [nabijheid] près de [nabijheid]
op [algemeen] concernant [algemeen]