La recherche du mot jouer a 83 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
jouer (v) [musique - instruments] uithangen (v) [musique - instruments]
jouer (v) [théâtre] bespelen (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] bespelen (v) [sports]
jouer (v) [récréation] bespelen (v) [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] bespelen (v) [musique - instruments]
FR Français NL Néerlandais
jouer (v) [musique] bespelen (v) [musique]
jouer (v) [argent] bespelen (v) [argent]
jouer (v) [apparence] bespelen (v) [apparence]
jouer (v) [théâtre] uithangen (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] uithangen (v) [sports]
jouer (v) [récréation] uithangen (v) [récréation]
jouer (v) [apparence] spelen op (v) [apparence]
jouer (v) [musique] uithangen (v) [musique]
jouer (v) [argent] uithangen (v) [argent]
jouer (v) [apparence] uithangen (v) [apparence]
jouer (v) [théâtre] zich voordoen als (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] zich voordoen als (v) [sports]
jouer (v) [récréation] zich voordoen als (v) [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] zich voordoen als (v) [musique - instruments]
jouer (v) [musique] zich voordoen als (v) [musique]
jouer (v) [argent] zich voordoen als (v) [argent]
jouer (v) [musique - instruments] de rol spelen van (v) [musique - instruments]
jouer (v) [théâtre] gokken (v) {n} [théâtre]
jouer (v) [sports] gokken (v) {n} [sports]
jouer (v) [récréation] gokken (v) {n} [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] gokken (v) {n} [musique - instruments]
jouer (v) [musique] gokken (v) {n} [musique]
jouer (v) [argent] gokken (v) {n} [argent]
jouer (v) [apparence] gokken (v) {n} [apparence]
jouer (v) [théâtre] de rol spelen van (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] de rol spelen van (v) [sports]
jouer (v) [récréation] de rol spelen van (v) [récréation]
jouer (v) [apparence] zich voordoen als (v) [apparence]
jouer (v) [musique] de rol spelen van (v) [musique]
jouer (v) [argent] de rol spelen van (v) [argent]
jouer (v) [apparence] de rol spelen van (v) [apparence]
jouer (v) [théâtre] spelen op (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] spelen op (v) [sports]
jouer (v) [récréation] spelen op (v) [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] spelen op (v) [musique - instruments]
jouer (v) [musique] spelen op (v) [musique]
jouer (v) [argent] spelen op (v) [argent]
jouer (v) [apparence] acteren (v) {n} [apparence]
jouer (v) [musique - instruments] toneelspelen (v) [musique - instruments]
jouer (v) [musique] toneelspelen (v) [musique]
jouer (v) [argent] toneelspelen (v) [argent]
jouer (v) [apparence] toneelspelen (v) [apparence]
jouer (v) [théâtre] acteren (v) {n} [théâtre]
jouer (v) [sports] acteren (v) {n} [sports]
jouer (v) [récréation] acteren (v) {n} [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] acteren (v) {n} [musique - instruments]
jouer (v) [musique] acteren (v) {n} [musique]
jouer (v) [argent] acteren (v) {n} [argent]
jouer (v) [récréation] toneelspelen (v) [récréation]
jouer (v) [théâtre] een voorstelling geven van (v) [théâtre]
jouer (v) [théâtre] uitvoeren (v) {n} [théâtre]
jouer (v) [sports] uitvoeren (v) {n} [sports]
jouer (v) [récréation] uitvoeren (v) {n} [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] uitvoeren (v) {n} [musique - instruments]
jouer (v) [musique] uitvoeren (v) {n} [musique]
jouer (v) [argent] uitvoeren (v) {n} [argent]
jouer (v) [apparence] uitvoeren (v) {n} [apparence]
jouer (v) [théâtre] ten tonele brengen (v) [théâtre]
jouer (v) [théâtre] spelen (v) {n} [théâtre]
jouer (v) [théâtre] uitbeelden (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] uitbeelden (v) [sports]
jouer (v) [récréation] uitbeelden (v) [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] uitbeelden (v) [musique - instruments]
jouer (v) [musique] uitbeelden (v) [musique]
jouer (v) [argent] uitbeelden (v) [argent]
jouer (v) [apparence] uitbeelden (v) [apparence]
jouer (v) [to portray by mimicry or action of any kind] voorstellen (v) [to portray by mimicry or action of any kind]
jouer (n v) [to perform a theatrical role] optreden (n v) {n} [to perform a theatrical role]
jouer (v) [théâtre] opvoeren (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] spelen (v) {n} [sports]
jouer (v) [récréation] spelen (v) {n} [récréation]
jouer (v) [musique - instruments] spelen (v) {n} [musique - instruments]
jouer (v) [musique] spelen (v) {n} [musique]
jouer (v) [argent] spelen (v) {n} [argent]
jouer (v) [apparence] spelen (v) {n} [apparence]
jouer spelen {n}
jouer (v) [théâtre] toneelspelen (v) [théâtre]
jouer (v) [sports] toneelspelen (v) [sports]