La recherche du mot geen grip op iets kunnen krijgen a un résultat
Aller à
NL Néerlandais FR Français
geen grip op iets kunnen krijgen [probleem] ne pas avoir prise sur quelque chose [probleem]

NL FR Traductions pour geen

geen [algemeen] nul {m} [algemeen]
geen [bepalend woord - enkelvoud] nul {m} [bepalend woord - enkelvoud]
geen (n adj v int) [not anything, nothing] que dalle (n adj v int) [not anything, nothing] (informal)
geen [algemeen] aucun [algemeen]
geen [algemeen] aucun [algemeen]
geen [bepalend woord - enkelvoud] aucun [bepalend woord - enkelvoud]
geen [bepalend woord - meervoud] aucun [bepalend woord - meervoud]
geen [algemeen] aucune [algemeen]
geen [bepalend woord - enkelvoud] aucune [bepalend woord - enkelvoud]
geen [bepalend woord - meervoud] aucune [bepalend woord - meervoud]

NL FR Traductions pour grip

grip [band] {m} prise {f} [band]
grip [bergsport] {m} prise {f} [bergsport]
grip [hand] {m} prise {f} [hand]
grip [band] {m} adhérence {f} [band]
grip [hand] {m} adhérence {f} [hand]

NL FR Traductions pour op

op (adj v) [being exhausted or fully spent] mort (adj v) {f} [being exhausted or fully spent]
op sur
op (prep adv) [being above and in contact with another] sur (prep adv) [being above and in contact with another]
op [deel] sur [deel]
op [dimensie] sur [dimensie]
op [ter ere van] sur [ter ere van]
op [voorzetsel] sur [voorzetsel]
op [wakker] sur [wakker]
op [nabijheid] près de [nabijheid]
op [algemeen] concernant [algemeen]

NL FR Traductions pour iets

iets [algemeen] un peu {m} [algemeen]
iets [graad] un peu {m} [graad]
iets [algemeen] quelque peu [algemeen]
iets [graad] quelque peu [graad]
iets [graad] légèrement [graad]
iets [algemeen] tout juste [algemeen]
iets [graad] tout juste [graad]
iets [algemeen] un peu de [algemeen]
iets [graad] un peu de [graad]
iets quelque chose

NL FR Traductions pour kunnen

kunnen pouvoir {m}
kunnen (v) [have ability to] pouvoir (v) {m} [have ability to]
kunnen [hulpwerkwoord] pouvoir {m} [hulpwerkwoord]
kunnen [mogelijkheid] pouvoir {m} [mogelijkheid]
kunnen (v n) [to be able] pouvoir (v n) {m} [to be able]
kunnen [toestemming] pouvoir {m} [toestemming]
kunnen (v) [have ability to] savoir (v) {m} [have ability to]
kunnen (v) [have ability to] être capable de (v) [have ability to]

NL FR Traductions pour krijgen

krijgen [kleur] prendre [kleur]
krijgen [geschenk] recevoir [geschenk]
krijgen (v n) [receive] recevoir (v n) [receive]
krijgen [dieren] produire [dieren]
krijgen [dieren] donner naissance à [dieren]
krijgen [dieren] mettre bas [dieren]