La recherche du mot dernier a 35 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
dernier (a) [général] {m} achterste (a) {n} [général]
dernier (a) [événement] {m} laatste (a) {n} [événement]
dernier (n) [choses] {m} tweede (n) {n} [choses]
dernier (adj n) [final; last in a series] {m} definitief (adj n) [final; last in a series]
dernier (n adj) [last; ultimate] {m} definitief (n adj) [last; ultimate]
FR Français NL Néerlandais
dernier (a) [antérieur] {m} voorbij (a) [antérieur]
dernier (a) [final] {m} voorbij (a) [final]
dernier (a) [temps] {m} voorbij (a) [temps]
dernier (a) [événement] {m} voorbij (a) [événement]
dernier (a) [temps] {m} laatste (a) {n} [temps]
dernier (a) [antérieur] {m} vorig (a) [antérieur]
dernier (a) [final] {m} vorig (a) [final]
dernier (a) [temps] {m} vorig (a) [temps]
dernier (a) [événement] {m} vorig (a) [événement]
dernier (a) [antérieur] {m} jongstleden (a) [antérieur]
dernier (a) [temps] {m} jongstleden (a) [temps]
dernier (a) [antérieur] {m} laatstleden (a) [antérieur]
dernier (a) [temps] {m} laatstleden (a) [temps]
dernier (a) [information] {m} recent (a) [information]
dernier (a) [final] {m} besluitend (a) [final]
dernier (a) [antérieur] {m} laatst (a) [antérieur]
dernier (a) [final] {m} laatst (a) [final]
dernier (a) [temps] {m} laatst (a) [temps]
dernier (a) [événement] {m} laatst (a) [événement]
dernier (o) [position] {m} als laatste (o) [position]
dernier (n adj) [last; ultimate] {m} ultiem (n adj) [last; ultimate]
dernier (n adj) [last; ultimate] {m} finaal (n adj) [last; ultimate]
dernier (a) [final] {m} beëindigend (a) [final]
dernier (n) [choses] {m} laatstgenoemde (n) {n} [choses]
dernier (a) [personne] {m} laatstgenoemde (a) {n} [personne]
dernier (a) [antérieur] {m} laatste (a) {n} [antérieur]
dernier (n) [choses] {m} laatste (n) {n} [choses]
dernier (a) [final] {m} laatste (a) {n} [final]
dernier (n adj) [last; ultimate] {m} laatste (n adj) {n} [last; ultimate]
dernier (a) [personne] {m} laatste (a) {n} [personne]