La recherche du mot arrogance a 9 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
arrogance (n) [conduite] {f} verwaandheid (n) {f} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} arrogantie (n) {f} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} aanmatiging (n) {f} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} hoogmoed (n) {m} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} ijdelheid (n) {f} [conduite]
FR Français NL Néerlandais
arrogance (n) [conduite] {f} zelfingenomenheid (n) {f} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} trots (n) {m} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} hovaardij (n) {f} [conduite]
arrogance (n) [conduite] {f} pretentie (n) {f} [conduite]
FR Synonymes pour arrogance NL Traductions
effronterie [audace] f durf {m}
front [audace] m front {n}
impudence [audace] f wangedrag {n}
hardiesse [audace] f heldhaftigheid {f}
toupet [audace] m durf {m}
souffle [audace] m asem
culot [audace] m durf {m}
estomac [audace] m maag {m}
aplomb [audace] m zelfdiscipline {f}
présomption [insolence] f vooronderstelling {f}
suffisance [insolence] f overmoed {m}
dédain [insolence] m verachting {f}
fierté [insolence] f pretentie {f}
hauteur [insolence] f hoogte {f}
morgue [insolence] f morgue {m}
fatuité [insolence] f domheid {f}
impertinence [effronterie] f brutaal antwoord {n}
inconvenance [effronterie] f onbehoorlijkheid {f}
sans-gêne [effronterie] nonchalant
audace [effronterie] f gotspe {m}