La recherche du mot verbiage a 5 plusieurs résultats
Aller à
FR Français NL Néerlandais
verbiage (n) [général] {m} gebabbel (n) {n} [général]
verbiage (n) [général] {m} woordenstroom (n) {m} [général]
verbiage (n) [overabundance of words] {m} woordenvloed (n) [overabundance of words] (n)
verbiage (n) [empty verbiage or nonsense] {m} Bombast (n) [empty verbiage or nonsense] (n)
verbiage (n) [empty verbiage or nonsense] {m} Holle frasen (n) [empty verbiage or nonsense] (n)
FR Synonymes pour verbiage NL Traductions
babillage [papotage] m geklets {n}
caquetage [papotage] m woordenstroom {m}
causerie [papotage] f praatje {n}
conversation [papotage] f gedachtenwisseling
babil [papotage] m geklets {n}
caquet [papotage] gekakel (n v)
déclamation [papotage] f declamatie {f}
galimatias [papotage] m wartaal {m}
jacasserie [papotage] f geklets {n}
loquacité [papotage] f spraakzaamheid (n)
prolixité [papotage] f breedvoerigheid {f}
verbosité [papotage] f breedsprakigheid {f}
bavardage [papotage] m geklets {n}
ragot [commérage] roddel {m}
cancan [commérage] m roddel {m}
inutilité [superfluité] f zinloosheid {f}
pléonasme [superfluité] m tautologie {f}