La recherche du mot tot een einde brengen a 3 plusieurs résultats
Aller à
NL Néerlandais FR Français
tot een einde brengen [beëindigen] terminer [beëindigen]
tot een einde brengen [beëindigen] achever [beëindigen]
tot een einde brengen [beëindigen] mener à bonne fin [beëindigen]

NL FR Traductions pour tot

tot [plaats] avant de [plaats]
tot [tijd] avant de [tijd]
tot [tijd - ruimte] avant de [tijd - ruimte]
tot [tot en met] avant de [tot en met]
tot [zover reikend als] avant de [zover reikend als]
tot [plaats] jusqu'à ce que [plaats]
tot [tijd] jusqu'à ce que [tijd]
tot [tijd - ruimte] jusqu'à ce que [tijd - ruimte]
tot [tot en met] jusqu'à ce que [tot en met]
tot [zover reikend als] jusqu'à ce que [zover reikend als]

NL FR Traductions pour een

een (v) [to fart] {m} lâcher (v) [to fart]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} faire (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} complimenter (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (v) [to fart] {m} en (v) [to fart]
een [algemeen] {m} quelque [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} quelque [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} quelque [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} un {m}
een [algemeen] {m} un {m} [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} un {m} [hoofdtelwoord]

NL FR Traductions pour einde

einde [activiteit] {n} conclusion {f} [activiteit]
einde [besluit] {n} conclusion {f} [besluit]
einde (n) [end, final part] {n} conclusion (n) {f} [end, final part]
einde [laatste deel] {n} conclusion {f} [laatste deel]
einde [activiteit] {n} cessation {f} [activiteit]
einde [besluit] {n} cessation {f} [besluit]
einde [activiteit] {n} terminaison {f} [activiteit]
einde [besluit] {n} terminaison {f} [besluit]
einde [laatste deel] {n} terminaison {f} [laatste deel]
einde {n} fin {f}

NL FR Traductions pour brengen

brengen [persoon] emmener [persoon]
brengen [voorwerpen] emmener [voorwerpen]
brengen [halen] aller chercher [halen]
brengen [halen] apporter [halen]
brengen [persoon] apporter [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] apporter (v) [to transport toward somebody/somewhere]
brengen [voldoening] apporter [voldoening]
brengen [voorwerpen] apporter [voorwerpen]
brengen [persoon] amener [persoon]
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] amener (v) [to transport toward somebody/somewhere]