Woxikon / Dictionnaire / Français Néerlandais / S / stimuler

FR NL Français Néerlandais traductions pour stimuler

La recherche du mot stimuler a 25 plusieurs résultats
Aller à Français » Néerlandais
FR Français NL Néerlandais
stimuler (v) [encourager] moed geven (v) [encourager]
stimuler (v) [travail] aanmoedigen (v) [travail]
stimuler (v) [travail] aansporen (v) [travail]
stimuler (v) [to encourage into action] aansporen (v) [to encourage into action]
stimuler (v) [sentiments] opwinden (v) [sentiments]
FR Français NL Néerlandais
stimuler (v) [général] opwinden (v) [général]
stimuler (v) [activer] opwinden (v) [activer]
stimuler (v) [to encourage into action] prikkelen (v) [to encourage into action]
stimuler (v) [to arouse an organism to functional activity] prikkelen (v) [to arouse an organism to functional activity]
stimuler (v) [sentiments] prikkelen (v) [sentiments]
stimuler (v) [général] prikkelen (v) [général]
stimuler (v) [activer] prikkelen (v) [activer]
stimuler (v) [encourager] opbeuren (v) [encourager]
stimuler (v) [activer] activeren (v) {n} [activer]
stimuler (v) [encourager] bemoedigen (v) [encourager]
stimuler (v) [sentiments] opwekken (v) {n} [sentiments]
stimuler (v) [activer] opwekken (v) {n} [activer]
stimuler (v) [sentiments] aanwakkeren (v) [sentiments]
stimuler (v) [activer] aanwakkeren (v) [activer]
stimuler (v) [to encourage into action] stimuleren (v) [to encourage into action]
stimuler (v) [to arouse an organism to functional activity] stimuleren (v) [to arouse an organism to functional activity]
stimuler (v) [sentiments] stimuleren (v) [sentiments]
stimuler (v) [général] stimuleren (v) [général]
stimuler (v) [activer] stimuleren (v) [activer]
stimuler (v) [sentiments] activeren (v) {n} [sentiments]
FR Synonymes pour stimuler NL Traductions
presser [hâter] drukken {n}
activer [hâter] in staat stellen
précipiter [hâter] smijten
avancer [hâter] benaderen
dépêcher [hâter] zenden
expédier [hâter] uitleveren
doubler [hâter] (informal voorbijschieten
accélérer [hâter] sneller (v adj)
aviver [presser] versterken
hâter [presser] bespoedigen
pousser [presser] spruiten
aiguiser [exciter] aanscherpen
encourager [inciter] aanmoedigen
pousser à [inciter] aanzetten tot
animer [inciter] opwekken {n}
réconforter [animer] bemoedigen
enhardir [animer] verstouten (v)
provoquer [pousser] veroorzaken
aiguillonner [pousser] aansporen
entraîner [pousser] trainen {n}