Woxikon / Dictionnaire / Français Néerlandais / R / réciter

FR NL Français Néerlandais traductions pour réciter

La recherche du mot réciter a 30 plusieurs résultats
Aller à Français » Néerlandais
FR Français NL Néerlandais
réciter (v) [to recite in theatrical way] declameren (v) [to recite in theatrical way]
réciter (v) [discours] een voordracht houden (v) [discours]
réciter (v) [discours] een toespraak houden (v) [discours]
réciter (v) [poème] houden (v) [poème]
réciter (v) [discours] houden (v) [discours]
FR Français NL Néerlandais
réciter (v) [discours] spreken (v) {n} [discours]
réciter (v) [poème] retorisch spreken (v) [poème]
réciter (v) [paroles] retorisch spreken (v) [paroles]
réciter (v) [discours] retorisch spreken (v) [discours]
réciter (v) [poème] een speech afsteken (v) [poème]
réciter (v) [paroles] een speech afsteken (v) [paroles]
réciter (v) [discours] een speech afsteken (v) [discours]
réciter (v) [poème] oreren (v) [poème]
réciter (v) [paroles] oreren (v) [paroles]
réciter (v) [discours] oreren (v) [discours]
réciter (v) [discours] afsteken (v) [discours]
réciter (v) [poème] declameren (v) [poème]
réciter (v) [paroles] declameren (v) [paroles]
réciter (v) [discours] declameren (v) [discours]
réciter (v int n) [to recite] opzeggen (v int n) [to recite]
réciter (v) [poème] opzeggen (v) [poème]
réciter (v) [paroles] opzeggen (v) [paroles]
réciter (v) [discours] opzeggen (v) [discours]
réciter (v) [poème] reciteren (v) [poème]
réciter (v) [paroles] reciteren (v) [paroles]
réciter (v) [discours] reciteren (v) [discours]
réciter (v) [poème] voordragen (v) [poème]
réciter (v) [paroles] voordragen (v) [paroles]
réciter (v) [discours] voordragen (v) [discours]
réciter (v) [poème] afsteken (v) [poème]
FR Synonymes pour réciter NL Traductions
conjuguer [conjugaison] vervoegen
dire [langue] ze
articuler [langue] spreken {n}
prononcer [langue] uitbrengen {n}
déclamer [langue] declameren
débiter [langue] in grote hoeveelheden produceren
lire [langue] voorlezen
parler [dire] m overleggen
déclarer [dire] verklaren {n}
émettre [dire] afgeven
énoncer [dire] uittellen
exprimer [dire] uitdrukken
formuler [dire] formuleren