La recherche du mot ontslaan a 21 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
ontslaan [baan] {n} renvoyé [baan]
ontslaan (n v) [to terminate the employment of] {n} limoger (n v) [to terminate the employment of]
ontslaan [beroep] {n} licenciement {m} [beroep]
ontslaan [patiënt] {n} débaucher [patiënt]
ontslaan [baan] {n} débaucher [baan]
NL Néerlandais FR Français
ontslaan (n v) [to terminate the employment of] {n} licencier (n v) [to terminate the employment of]
ontslaan [patiënt] {n} licencier [patiënt]
ontslaan [baan] {n} licencier [baan]
ontslaan [patiënt] {n} sorti de l'hôpital [patiënt]
ontslaan [baan] {n} sorti de l'hôpital [baan]
ontslaan [patiënt] {n} renvoyé [patiënt]
ontslaan [baan] {n} renvoyer [baan]
ontslaan (n v) [to terminate the employment of] {n} mettre à la porte (n v) [to terminate the employment of]
ontslaan [beroep] {n} congé {m} [beroep]
ontslaan [beroep] {n} renvoi {m} [beroep]
ontslaan [patiënt] {n} destituer [patiënt]
ontslaan [baan] {n} destituer [baan]
ontslaan (n v) [to terminate the employment of] {n} congédier (n v) [to terminate the employment of]
ontslaan [patiënt] {n} congédier [patiënt]
ontslaan [baan] {n} congédier [baan]
ontslaan [patiënt] {n} renvoyer [patiënt]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour ontslaan FR Traductions
ontlasten [bevrijden] quitar la carga
verlossen [bevrijden] librar
vrijstellen [bevrijden] exento
ontheffen [bevrijden] exculpar
bevrijden [ontheffen] librar
wegsturen [de zak geven] n rechazar
opzeggen [afdanken] decir
wippen [afzetten] saltar