La recherche du mot Maât a 33 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
Maât Maät
NL Néerlandais FR Français
maat [vriendschap - man] {m} compagnon {m} [vriendschap - man]
maat (n) [slang: term of address for a man] {m} mon pote (n) [slang: term of address for a man] (n)
maat [muziek] {m} tempo {m} [muziek]
maat [muziek] {m} mesure {f} [muziek]
maat (n v prep) [music: section of a staff] {m} mesure (n v prep) {f} [music: section of a staff]
maat [maten - gewichten] {m} mesure {f} [maten - gewichten]
maat [schoenen] {m} pointure {f} [schoenen]
maat [kleding] {m} pointure {f} [kleding]
maat [hoed] {m} pointure {f} [hoed]
maat [schoenen] {m} tour de tête {m} [schoenen]
maat [kleding] {m} tour de tête {m} [kleding]
maat [hoed] {m} tour de tête {m} [hoed]
maat [vriendschap - man] {m} camarade {m} [vriendschap - man]
maat (n) [mate, companion, or associate] {m} camarade (n) {m} [mate, companion, or associate]
maat [man] {m} camarade {m} [man]
maat (n v) [informal address to a stranger] {m} camarade (n v) {m} [informal address to a stranger]
maat [man] {m} partenaire {m} [man]
maat [man] {m} compagnon {m} [man]
maat (n v) [friend or casual acquaintance] {m} compagnon (n v) {m} [friend or casual acquaintance]
maat [vriendschap - man] {m} pote {m} [vriendschap - man]
maat [man] {m} pote {m} [man]
maat (n v) [friend or casual acquaintance] {m} pote (n v) {m} [friend or casual acquaintance]
maat [vriendschap - man] {m} copain {m} [vriendschap - man]
maat [man] {m} copain {m} [man]
maat (n v) [friend or casual acquaintance] {m} copain (n v) {m} [friend or casual acquaintance]
maat [vriendschap - man] {m} ami {m} [vriendschap - man]
maat [man] {m} ami {m} [man]
maat (n v) [informal address to a stranger] {m} mec (n v) {m} [informal address to a stranger]
maat [schoenen] {m} taille {f} [schoenen]
maat [kleding] {m} taille {f} [kleding]
maat [hoed] {m} taille {f} [hoed]
maat [vriendschap - man] {m} partenaire {m} [vriendschap - man]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour maat FR Traductions
ritme [maat] n rythme {m}
maatje [maatbeker] amie {f}
inhoud [hoeveelheid] m contenu {m}
maatstaf [eenheid] m critère {m}
norm [eenheid] m point de référence {m}
grootte [afmeting] f taille {f}
hoogte [breedte] f altitude {f}
lengte [breedte] f longueur {f}
versmaat [metrum] m mesure du vers {f}
makker [kameraad] m camarade {m}
metgezel [kameraad] m compagne {f}
partner [collega] m compagne {f}
matroos [matroos] m matelot {m}
standaard [criterium] m étendard
omvang [belang] m circonférence {f}
formaat [belang] n format {m}
grootheid [entiteit] f grandeur {f}
hoeveelheid [entiteit] f quantité {f}
eenheid [entiteit] f division {f}
grens [beperking] m frontière {f}