La recherche du mot Kōken a 32 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
Kōken Keizerin Koken
NL Néerlandais FR Français
koken [transitief] {n} bouillir [transitief]
koken (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas] {n} porter à l'ébullition (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas] (n v)
koken [transitief] {n} faire la cuisine [transitief]
koken [intransitief] {n} faire la cuisine [intransitief]
koken [fysica] {n} faire la cuisine [fysica]
koken [culinair] {n} faire la cuisine [culinair]
koken [transitief] {n} cuisiner [transitief]
koken (n v) [to prepare food] {n} cuisiner (n v) [to prepare food]
koken (n v) [to prepare (food) for eating] {n} cuisiner (n v) [to prepare (food) for eating]
koken [intransitief] {n} cuisiner [intransitief]
koken [fysica] {n} cuisiner [fysica]
koken [culinair] {n} cuisiner [culinair]
koken [transitief] {n} faire cuire [transitief]
koken [intransitief] {n} faire cuire [intransitief]
koken [fysica] {n} faire cuire [fysica]
koken [culinair] {n} faire cuire [culinair]
koken (n v) [cook in boiling water] {n} faire (n v) [cook in boiling water]
koken [intransitief] {n} bouillir [intransitief]
koken (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas] {n} bouillir (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas]
koken [fysica] {n} bouillir [fysica]
koken [culinair] {n} bouillir [culinair]
koken (n v) [begin to turn into a gas] {n} bouillir (n v) [begin to turn into a gas]
koken [culinair] {n} cuisine {f} [culinair]
koken [algemeen] {n} cuisine {f} [algemeen]
koken [culinair] {n} bouillonnement {m} [culinair]
koken [algemeen] {n} bouillonnement {m} [algemeen]
koken [transitief] {n} cuire [transitief]
koken (n v) [to become ready for eating] {n} cuire (n v) [to become ready for eating]
koken [intransitief] {n} cuire [intransitief]
koken [fysica] {n} cuire [fysica]
koken [culinair] {n} cuire [culinair]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour koken FR Traductions
stoven [gaarkoken] dusić
sissen [briesen] n skwierczeć (v n)
sudderen [braiseren] gotować
smoren [braiseren] n dusić