La recherche du mot gebruiken a 65 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
gebruiken [materiaal] pratiquer [materiaal]
gebruiken utiliser
gebruiken [uitoefenen] appliquer [uitoefenen]
gebruiken [toepassen] appliquer [toepassen]
gebruiken [materiaal] appliquer [materiaal]
NL Néerlandais FR Français
gebruiken [invloed] appliquer [invloed]
gebruiken [aanwenden] appliquer [aanwenden]
gebruiken [uitoefenen] pratiquer [uitoefenen]
gebruiken [toepassen] pratiquer [toepassen]
gebruiken [aanwenden] utiliser [aanwenden]
gebruiken [invloed] pratiquer [invloed]
gebruiken [aanwenden] pratiquer [aanwenden]
gebruiken [uitoefenen] se servir de [uitoefenen]
gebruiken [toepassen] se servir de [toepassen]
gebruiken [materiaal] se servir de [materiaal]
gebruiken [invloed] se servir de [invloed]
gebruiken [aanwenden] se servir de [aanwenden]
gebruiken [uitoefenen] faire usage de [uitoefenen]
gebruiken [benzine] utiliser [benzine]
gebruiken (n v) [employ, apply] utiliser (n v) [employ, apply]
gebruiken [invloed] utiliser [invloed]
gebruiken [materiaal] utiliser [materiaal]
gebruiken [toepassen] utiliser [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] utiliser [uitoefenen]
gebruiken servir
gebruiken [persoon] profiter de [persoon]
gebruiken [aanwenden] consommer [aanwenden]
gebruiken [benzine] consommer [benzine]
gebruiken [invloed] consommer [invloed]
gebruiken [materiaal] consommer [materiaal]
gebruiken [toepassen] consommer [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] consommer [uitoefenen]
gebruiken (n v) [employ, apply] se servir (n v) [employ, apply]
gebruiken [toepassen] employer [toepassen]
gebruiken [aanwenden] brûler [aanwenden]
gebruiken [benzine] brûler [benzine]
gebruiken [invloed] brûler [invloed]
gebruiken [materiaal] brûler [materiaal]
gebruiken [toepassen] brûler [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] brûler [uitoefenen]
gebruiken [aanwenden] user [aanwenden]
gebruiken [invloed] user [invloed]
gebruiken [materiaal] user [materiaal]
gebruiken [toepassen] user [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] user [uitoefenen]
gebruiken (n adj v) [frequent repetition of the same act] coutume (n adj v) {f} [frequent repetition of the same act]
gebruiken [aanwenden] employer [aanwenden]
gebruiken [invloed] employer [invloed]
gebruiken [materiaal] employer [materiaal]
gebruiken [persoon] exploiter [persoon]
gebruiken [uitoefenen] employer [uitoefenen]
gebruiken [aanwenden] user de [aanwenden]
gebruiken [invloed] user de [invloed]
gebruiken [materiaal] user de [materiaal]
gebruiken [toepassen] user de [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] user de [uitoefenen]
gebruiken [aanwenden] exercer [aanwenden]
gebruiken [invloed] exercer [invloed]
gebruiken [materiaal] exercer [materiaal]
gebruiken [toepassen] exercer [toepassen]
gebruiken [uitoefenen] exercer [uitoefenen]
gebruiken [aanwenden] faire usage de [aanwenden]
gebruiken [invloed] faire usage de [invloed]
gebruiken [materiaal] faire usage de [materiaal]
gebruiken [toepassen] faire usage de [toepassen]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour gebruiken FR Traductions
nemen [drinken] dostać
pakken [drinken] dostać
uitbaten [uitbuiten] spożytkowanie (n)
exploiteren [uitbuiten] wyzyskiwać
behandelen [hanteren] potraktować (v/t)