La recherche du mot gage a 6 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
gage (n) [signe] {m} teken (n) {n} [signe]
gage (n) [signe] {m} bewijs (n) {n} [signe]
gage (n) [signe] {m} blijk (n) {n} [signe]
gage (n) [accord] {m} waarborg (n) {m} [accord]
gage (n) [accord] {m} borgtocht (n) {m} [accord]
FR Français NL Néerlandais
gage (n) [accord] {m} garantie (n) {f} [accord]
FR Synonymes pour gage NL Traductions
avance [acompte] f avances (v n adj)
garantie [acompte] f garantie {f}
cautionnement [acompte] borgtocht {m}
provision [acompte] f voorschot {n}
arrhes [acompte] aanbetaling {f}
assurance [garantie] f verzekering {f}
sûreté [garantie] f veiligheid {f}
appui [garantie] m steun {m}
caution [garantie] f statiegeld (n)
nantissement [hypothèque] m onderpand {n}
remise [versement] f gelijkspel {n}
dépôt [versement] m deposito {n}
garant [fait] m responsabel
engagement [assurance] m verbintenis {f}
précaution [assurance] f voorzorgsmaatregel {m}
protection [assurance] f beveiliging {f}
responsabilité [assurance] f verantwoordelijkheid {f}
acompte [avance] m aanbetaling {f}
allocation [avance] f toelage {m}
justification [langue] f rechtvaardiging {f}