dire dictionnaire de traduction - Français Néerlandais traduction de dire

Woxikon / Dictionnaire / Français Néerlandais / D / dire

La recherche du mot dire a 23 plusieurs résultats

FR	Français	NL	Néerlandais
	dire (v int n) [to communicate verbally or in writing] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v int n) [to communicate verbally or in writing] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v n) [to instruct] aies dit aient dit dises disent		instrueren (v n) [to instruct] geïnstrueerd instrueren instrueert instrueerden instrueerde
	dire (v int n) [to indicate in a written form] aies dit aient dit dises disent		staan (v int n) [to indicate in a written form] gestaan staan staat stonden stond
	dire (v) [to perform well]		ze (v) [to perform well]
	dire (v n) [to pass information] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v n) [to pass information] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde

FR	Français	NL	Néerlandais
	dire (v) [ordre] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v) [ordre] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde
	dire (v) [information] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v) [information] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde
	dire (v) [indication] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v) [indication] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde
	dire (v) [général] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v) [général] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde
	dire (v) [avertissement] aies dit aient dit dises disent		vertellen (v) [avertissement] verteld vertellen vertelt vertelden vertelde
	dire (v n) [to pass information] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v n) [to pass information] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v int n) [to communicate verbally or in writing] aies dit aient dit dises disent		opgeven (v int n) {n} [to communicate verbally or in writing] opgegeven geeft op geven op gaf op gaven op
	dire (v) [ordre] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v) [ordre] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v) [information] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v) [information] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v) [indication] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v) [indication] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v) [général] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v) [général] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v) [avertissement] aies dit aient dit dises disent		zeggen (v) [avertissement] gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire aies dit aient dit dises disent		zeggen gezegd zeggen zegt zeiden zei
	dire (v int n) [to recite] aies dit aient dit dises disent		opzeggen (v int n) [to recite] opgezegd zeggen op zegt op zei op zeiden op
	dire (v) [paroles] aies dit aient dit dises disent		opzeggen (v) [paroles] opgezegd zeggen op zegt op zei op zeiden op
	dire (v int n) [to indicate in a written form] aies dit aient dit dises disent		opgeven (v int n) {n} [to indicate in a written form] opgegeven geeft op geven op gaf op gaven op
	dire aies dit aient dit dises disent		luiden geluid luiden luidt luidden luidde
	dire aies dit aient dit dises disent		opzeggen opgezegd zeggen op zegt op zei op zeiden op

FR	Synonymes pour dire	NL	Traductions
	assertion [confirmation] f		verklaring {f}
	allégation [confirmation] f		smoesje {n}
	déclaration [confirmation] f		declaratie {f}
	articulation [confirmation] f		taaluiting (n)
	assurance [confirmation] f		verzekering {f}
	attestation [confirmation] f		verklaring onder ede {f}
	certificat [confirmation] m		certificaat {n}
	certitude [confirmation] f		zekerheid {f}
	thèse [confirmation] f		scriptie
	version [confirmation] f		versie {f}
	proposition [confirmation] f		zinsnede
	affirmation [confirmation] f		bewering {f}
	assurer [confirmer]		bevestigen
	attester [confirmer]		certifiëren
	certifier [confirmer]		erkennen
	garantir [confirmer]		garanderen
	avancer [confirmer]		benaderen
	prétendre [confirmer]		voorwenden {n}
	répondre [confirmer]		beantwoorden
	soutenir [confirmer]		bevestigen

Dictionnaire en ligne multilingue gratuit

FR NL Français Néerlandais traductions pour dire