La recherche du mot dat was het a 3 plusieurs résultats
Aller à
NL Néerlandais FR Français
dat was het (phrase) [There is nothing more to the issue] (phrase) voilà (phrase) [There is nothing more to the issue]
dat was het (phrase) [There is nothing more to the issue] (phrase) c'est tout (phrase) [There is nothing more to the issue] (phrase)
dat was het (phrase) [There is nothing more to the issue] (phrase) ça y est (phrase) [There is nothing more to the issue] (phrase)

NL FR Traductions pour dat

dat (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what] que (determiner pronoun n) [(''relative'') who, whom, what]
dat [aanwijzend] que [aanwijzend]
dat [aanwijzend voornaamwoord] que [aanwijzend voornaamwoord]
dat [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] que [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
dat [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] que [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
dat (conj determiner pronoun adv) [connecting a noun clause] que (conj determiner pronoun adv) [connecting a noun clause]
dat [voegwoord] que [voegwoord]
dat (conj determiner pronoun adv) [which] que (conj determiner pronoun adv) [which]
dat ce
dat [aanwijzend] ce [aanwijzend]

NL FR Traductions pour was

was (n v adj) [viscous liquid used to prepare a surface] {m} cirage (n v adj) {m} [viscous liquid used to prepare a surface]
was (n v adj) [viscous liquid used to prepare a surface] {m} patine (n v adj) {f} [viscous liquid used to prepare a surface]
was (n v adj) [viscous liquid used to prepare a surface] {m} glaçage (n v adj) {m} [viscous liquid used to prepare a surface]
was (n v adj) [viscous liquid used to prepare a surface] {m} vernis (n v adj) {m} [viscous liquid used to prepare a surface]
was [aktie] {m} lessive {f} [aktie]
was [kleding] {m} lessive {f} [kleding]
was [aktie] {m} linge {m} [aktie]
was [kleding] {m} linge {m} [kleding]
was {m} cire {f}
was [algemeen] {m} cire {f} [algemeen]

NL FR Traductions pour het

het (n v abbr) [work, suffice] aller (n v abbr) [work, suffice]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ce [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ce [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] ça [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] ça [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] cela [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] cela [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het le
het (article adv) [article] le (article adv) [article]
het [bepaald lidwoord] le [bepaald lidwoord]