Woxikon / Dictionnaire / Français Néerlandais / D / déconcerter

FR NL Français Néerlandais traductions pour déconcerter

La recherche du mot déconcerter a 25 plusieurs résultats
Aller à Français » Néerlandais
FR Français NL Néerlandais
déconcerter (v) [sentiments] in beroering brengen (v) [sentiments]
déconcerter (v) [to befuddle] in de war schoppen (v) [to befuddle] (v)
déconcerter (v) [mystère] voor een raadsel stellen (v) [mystère]
déconcerter (v) [to confuse or bewilder] verbijsteren (v) [to confuse or bewilder]
déconcerter (v) [mystère] verbijsteren (v) [mystère]
FR Français NL Néerlandais
déconcerter (v) [inattendu] in de war brengen (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] in de war brengen (v) [désorienter]
déconcerter (v) [inattendu] in verwarring brengen (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] in verwarring brengen (v) [désorienter]
déconcerter (v) [to befuddle] verstoren (v) [to befuddle]
déconcerter (v) [inattendu] verwarren (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] verwarren (v) [désorienter]
déconcerter (v) [sentiments] dwars zitten (v) [sentiments]
déconcerter (v) [sentiments] benauwen (v) [sentiments]
déconcerter (v) [sentiments] beroeren (v) [sentiments]
déconcerter (v) [sentiments] van zijn stuk brengen (v) [sentiments]
déconcerter (v) [inattendu] van zijn stuk brengen (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] van zijn stuk brengen (v) [désorienter]
déconcerter (v) [sentiments] verontrusten (v) [sentiments]
déconcerter (v) [perplexité] van de wijs brengen (v) [perplexité]
déconcerter (v) [inattendu] van de wijs brengen (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] van de wijs brengen (v) [désorienter]
déconcerter (v) [inattendu] uit zijn evenwicht brengen (v) [inattendu]
déconcerter (v) [désorienter] uit zijn evenwicht brengen (v) [désorienter]
déconcerter (v) [perplexité] van streek maken (v) [perplexité]
FR Synonymes pour déconcerter NL Traductions
troubler [désarçonner] overdonderen
confondre [désarçonner] dooreenhalen
déranger [troubler] verstoren
stupéfier [surprendre] verbijsteren
dérouter [surprendre] van zijn stuk brengen
désorienter [surprendre] van zijn stuk brengen
ébahir [surprendre] verbluffen
décontenancer [surprendre] verstoren
démonter [surprendre] demonteer
désarçonner [surprendre] zich laten verspreken
déjouer [interdire] frustreren
rompre [interdire] breken {n}
désappointer [désorienter] teleurstellen
embarrasser [désorienter] in verlegenheid brengen
intimider [désorienter] afschrikken
interdire [dérouter] verbieden
abasourdir [stupéfier] verstomd doen staan
étonner [stupéfier] verrassen
pétrifier [stupéfier] doen verstijven
étourdir [décontenancer] versuffen