La recherche du mot Contredire ouvertement a 2 plusieurs résultats
Aller à
| | contredire (v) [éducation] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | antwoorden (v) [éducation] - geantwoord
- antwoordt
- antwoorden
- antwoordden
- antwoordde
| |
| | contredire (v) [deny the truth of (a statement or statements)] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (v) [deny the truth of (a statement or statements)] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (v) [deny the truth of statements made by (a person)] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (v) [deny the truth of statements made by (a person)] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (v) [général] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (v) [général] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (n v) [talk back] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (n v) [talk back] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (v) [to deny; to contradict] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (v) [to deny; to contradict] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (v) [éducation] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | tegenspreken (v) [éducation] - tegengesproken
- spreken tegen
- spreekt tegen
- spraken tegen
- sprak tegen
| |
| | contredire (v) [général] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | ontkennen (v) [général] - ontkend
- ontkennen
- ontkent
- ontkende
- ontkenden
| |
| | contredire (v) [to deny; to contradict] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | loochenen (v) [to deny; to contradict] - geloochend
- loochenen
- loochent
- loochende
- loochenden
| |
| | contredire (v) [deny the truth of (a statement or statements)] - aies contredit
- aient contredit
- contredises
- contredisent
| | weerleggen (v) [deny the truth of (a statement or statements)] - weerlegd
- weerleggen
- weerlegt
- weerlegde
- weerlegden
| |
