La recherche du mot contraire a 45 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
contraire (adj) [persons] {m} tegendraads (adj) [persons]
contraire (a) [conduite] {m} weerspannig (a) [conduite]
contraire (a) [différent] {m} weerspannig (a) [différent]
contraire (adj) [persons] {m} onhandelbaar (adj) [persons]
contraire (adj) [persons] {m} dwars (adj) [persons]
FR Français NL Néerlandais
contraire (a) [conduite] {m} tegenovergesteld (a) [conduite]
contraire (a) [contraste] {m} tegenovergesteld (a) [contraste]
contraire (a) [différent] {m} tegenovergesteld (a) [différent]
contraire (a) [conduite] {m} strijdig (a) [conduite]
contraire (a) [différent] {m} strijdig (a) [différent]
contraire (a) [conduite] {m} tegendraads (a) [conduite]
contraire (a) [différent] {m} tegendraads (a) [différent]
contraire (a) [opposé] {m} tegenwerkend (a) [opposé]
contraire (a) [conduite] {m} weerbarstig (a) [conduite]
contraire (a) [différent] {m} weerbarstig (a) [différent]
contraire (a) [force] {m} tegen- (a) [force]
contraire (n) [différence] {m} tegengestelde (n) {n} [différence]
contraire (n) [différence] {m} tegenovergestelde (n) {n} [différence]
contraire (a) [contradictoire] {m} in tegenspraak (a) [contradictoire]
contraire (a) [opposé] {m} in tegenspraak (a) [opposé]
contraire (n) [différence] {m} tegendeel (n) {n} [différence]
contraire (n) [différence] {m} omgekeerde (n) {n} [différence]
contraire (n adj prep v) [opposite, opposed to] {m} tegenwerkende (n adj prep v) [opposite, opposed to] (n adj prep v)
contraire (a) [condition] {m} ongunstig (a) [condition]
contraire (a) [opposé] {m} niet sympathiek (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} antipatiek (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} niet sympatiek (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} afkerig (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} afwijzend (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} avers (a) [opposé]
contraire (a) [conduite] {m} botsend (a) [conduite]
contraire (a) [différent] {m} botsend (a) [différent]
contraire (a) [contradictoire] {m} tegenstrijdig (a) [contradictoire]
contraire (a) [opposé] {m} tegenstrijdig (a) [opposé]
contraire (a) [opposé] {m} antipathiek (a) [opposé]
contraire (a) [condition] {m} nadelig (a) [condition]
contraire (a) [condition] {m} onvoordelig (a) [condition]
contraire (a) [conduite] {m} tegengesteld (a) [conduite]
contraire (a) [contradictoire] {m} tegengesteld (a) [contradictoire]
contraire (a) [contraste] {m} tegengesteld (a) [contraste]
contraire (a) [différent] {m} tegengesteld (a) [différent]
contraire (a) [opposé] {m} tegengesteld (a) [opposé]
contraire (a) [contradictoire] {m} tegenwerkend (a) [contradictoire]
contraire (a) [force] {m} tegenwerkend (a) [force]
contraire (n adj prep v) [opposite, opposed to] {m} tegenwerkend (n adj prep v) [opposite, opposed to]
FR Synonymes pour contraire NL Traductions
ennemi [défavorable] m 敵人
dangereux [nocif] 危險 (wéixiǎn)
mauvais [nocif]
extrême [contrepartie] m 極端 (adj n adv)