La recherche du mot brûler a 71 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
brûler (v) [plante] verschroeien (v) [plante]
brûler (v) [plante] verdorren (v) [plante]
brûler (v) [général] verdorren (v) [général]
brûler (v) [funérailles] verdorren (v) [funérailles]
brûler (v) [corps] verdorren (v) [corps]
FR Français NL Néerlandais
brûler (v) [médecine] cauteriseren (v) [médecine]
brûler (v) [matière] verbruiken (v) [matière]
brûler (v) [matière] gebruiken (v) [matière]
brûler (v) [soleil] verschroeien (v) [soleil]
brûler (v) [soleil] verdorren (v) [soleil]
brûler (v) [général] verschroeien (v) [général]
brûler (v) [funérailles] verschroeien (v) [funérailles]
brûler (v) [corps] verschroeien (v) [corps]
brûler (v) [oeil] prikkelen (v) [oeil]
brûler (v) [flamber] prikkelen (v) [flamber]
brûler (v) [feu] prikkelen (v) [feu]
brûler (v) [ampoule] prikkelen (v) [ampoule]
brûler (v) [oeil] in lichterlaaie staan (v) [oeil]
brûler (v) [plante] cremeren (v) [plante]
brûler (n v) [to burn the surface of something so as to discolour it] verzengen (n v) [to burn the surface of something so as to discolour it]
brûler (n v) [to become scorched or singed] verzengen (n v) [to become scorched or singed]
brûler (v) [soleil] verassen (v) [soleil]
brûler (v) [plante] verassen (v) [plante]
brûler (v) [général] verassen (v) [général]
brûler (v) [funérailles] verassen (v) [funérailles]
brûler (v) [corps] verassen (v) [corps]
brûler (v) [soleil] cremeren (v) [soleil]
brûler (v) [nourriture] in lichterlaaie staan (v) [nourriture]
brûler (v) [général] cremeren (v) [général]
brûler (v) [funérailles] cremeren (v) [funérailles]
brûler (v) [corps] cremeren (v) [corps]
brûler (v) [oeil] in brand staan (v) [oeil]
brûler (v) [flamber] in brand staan (v) [flamber]
brûler (v) [feu] in brand staan (v) [feu]
brûler (v) [ampoule] in brand staan (v) [ampoule]
brûler (n v) [to burn the surface of something so as to discolour it] schroeien (n v) [to burn the surface of something so as to discolour it]
brûler (v) [incendier] wegbranden (v) [incendier]
brûler (v) [général] verbranden (v) [général]
brûler (v) [funérailles] verbranden (v) [funérailles]
brûler (v) [flamber] verbranden (v) [flamber]
brûler (v) [corps] verbranden (v) [corps]
brûler (n v) [cause to be consumed by fire] verbranden (n v) [cause to be consumed by fire]
brûler (v) [nourriture] aanbranden (v) [nourriture]
brûler (v) [flamber] aanbranden (v) [flamber]
brûler (n v) [injure (a person or animal) with heat or caustic chemicals] verbranden (n v) [injure (a person or animal) with heat or caustic chemicals]
brûler (v) [médecine] platbranden (v) [médecine]
brûler (v) [incendier] platbranden (v) [incendier]
brûler (v) [médecine] afbranden (v) [médecine]
brûler (v) [incendier] afbranden (v) [incendier]
brûler (v) [médecine] uitbranden (v) {n} [médecine]
brûler (v) [incendier] uitbranden (v) {n} [incendier]
brûler (v) [médecine] wegbranden (v) [médecine]
brûler (v) [nourriture] branden (v) [nourriture]
brûler (v) [flamber] in lichterlaaie staan (v) [flamber]
brûler (v) [feu] in lichterlaaie staan (v) [feu]
brûler (v) [ampoule] in lichterlaaie staan (v) [ampoule]
brûler (v) [oeil] vlammen (v) [oeil]
brûler (v) [nourriture] vlammen (v) [nourriture]
brûler (v) [flamber] vlammen (v) [flamber]
brûler (v) [feu] vlammen (v) [feu]
brûler (v) [ampoule] vlammen (v) [ampoule]
brûler (v) [oeil] branden (v) [oeil]
brûler (v) [nourriture] verbranden (v) [nourriture]
brûler (v) [flamber] branden (v) [flamber]
brûler (v) [feu] branden (v) [feu]
brûler (v) [ampoule] branden (v) [ampoule]
brûler branden
brûler (v) [soleil] verbranden (v) [soleil]
brûler (v) [plante] verbranden (v) [plante]
brûler verbranden
brûler verteren