La recherche du mot bezoek a 12 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
bezoek [gasten] {n} séjour {m} [gasten]
bezoek [reizen] {n} séjour {m} [reizen]
bezoek [sociaal gedrag] {n} séjour {m} [sociaal gedrag]
bezoek [gasten] {n} visite {f} [gasten]
bezoek [reizen] {n} visite {f} [reizen]
NL Néerlandais FR Français
bezoek (n) [single act of visiting] {n} visite (n) {f} [single act of visiting]
bezoek [sociaal gedrag] {n} visite {f} [sociaal gedrag]
bezoek (n v) [social visit] {n} visite (n v) {f} [social visit]
bezoek [gasten] {n} visites {f} [gasten]
bezoek [reizen] {n} visites {f} [reizen]
bezoek [sociaal gedrag] {n} visites {f} [sociaal gedrag]
bezoek (n v) [social visitors] {n} compagnie (n v) {f} [social visitors]

Néerlandais Français traductions

NL Synonymes pour bezoek FR Traductions
gasten [aanloop] (p Gäste
visite [aanloop] m Besuch {m}