La recherche du mot beëindigen a 47 plusieurs résultats
NL Néerlandais FR Français
beëindigen [algemeen] mettre fin à [algemeen]
beëindigen [werk] terminer [werk]
beëindigen [activiteit] conclure [activiteit]
beëindigen (v n adj) [put an end to] conclure (v n adj) [put an end to]
beëindigen [vergadering] conclure [vergadering]
NL Néerlandais FR Français
beëindigen [activiteit] achever [activiteit]
beëindigen [algemeen] achever [algemeen]
beëindigen (n v) [to complete] achever (n v) [to complete]
beëindigen [tot een einde brengen] achever [tot een einde brengen]
beëindigen [vergadering] achever [vergadering]
beëindigen [werk] achever [werk]
beëindigen [activiteit] mettre fin à [activiteit]
beëindigen [vergadering] terminer [vergadering]
beëindigen (v n adj) [put an end to] mettre fin à (v n adj) [put an end to]
beëindigen [tot een einde brengen] mettre fin à [tot een einde brengen]
beëindigen [vergadering] mettre fin à [vergadering]
beëindigen (v n adj) [put an end to] clore (v n adj) [put an end to]
beëindigen [vergadering] clore [vergadering]
beëindigen [activiteit] mener à bonne fin [activiteit]
beëindigen [algemeen] mener à bonne fin [algemeen]
beëindigen [tot een einde brengen] mener à bonne fin [tot een einde brengen]
beëindigen [werk] mener à bonne fin [werk]
beëindigen [bespreking] établir [bespreking]
beëindigen [bespreking] consolider [bespreking]
beëindigen (n v) [to complete] finir (n v) [to complete]
beëindigen [algemeen] cesser [algemeen]
beëindigen [tot een einde brengen] cesser [tot een einde brengen]
beëindigen [vergadering] cesser [vergadering]
beëindigen [activiteit] arrêter [activiteit]
beëindigen [algemeen] arrêter [algemeen]
beëindigen (adv n v) [cause (something) to come to an end] arrêter (adv n v) [cause (something) to come to an end]
beëindigen [tot een einde brengen] arrêter [tot een einde brengen]
beëindigen [vergadering] arrêter [vergadering]
beëindigen [activiteit] finir [activiteit]
beëindigen [algemeen] finir [algemeen]
beëindigen (v n adj) [put an end to] finir (v n adj) [put an end to]
beëindigen [activiteit] cesser [activiteit]
beëindigen [tot een einde brengen] finir [tot een einde brengen]
beëindigen (n v) [transitive: finish, terminate (something)] finir (n v) [transitive: finish, terminate (something)]
beëindigen [vergadering] finir [vergadering]
beëindigen [werk] finir [werk]
beëindigen [activiteit] terminer [activiteit]
beëindigen [algemeen] terminer [algemeen]
beëindigen (v n adj) [put an end to] terminer (v n adj) [put an end to]
beëindigen (v adj) [to end incompletely] terminer (v adj) [to end incompletely]
beëindigen [tot een einde brengen] terminer [tot een einde brengen]
beëindigen (n v) [transitive: finish, terminate (something)] terminer (n v) [transitive: finish, terminate (something)]

Néerlandais Français traductions