La recherche du mot achat a 13 plusieurs résultats
FR Français NL Néerlandais
achat (n) [choses] {m} aankoop (n) {m} [choses]
achat (n) [commerce] {m} aankoop (n) {m} [commerce]
achat (n) [choses] {m} koop (n) {m} [choses]
achat (n) [commerce] {m} koop (n) {m} [commerce]
achat (n) [choses] {m} kopen (n) {n} [choses]
FR Français NL Néerlandais
achat (n) [commerce] {m} kopen (n) {n} [commerce]
achat (n) [choses] {m} aankopen (n) {n} [choses]
achat (n) [commerce] {m} aankopen (n) {n} [commerce]
achat (n) [choses] {m} aanschaf (n) {m} [choses]
achat (n) [commerce] {m} aanschaf (n) {m} [commerce]
achat (n) [choses] {m} aanwinst (n) {f} [choses]
achat (n) [commerce] {m} aanwinst (n) {f} [commerce]
achat (n) [compagnie] {m} overname (n) {m} [compagnie]
FR Synonymes pour achat NL Traductions
marché [acquisition] m beurs {m}
courses [acquisition] f boodschappen (p)
commande [ordre] f opdracht {m}
course [commission] f race {m}
accord [affaire] m overeenstemming {f}
contrat [affaire] m contract {n}
convention [affaire] f vast
pacte [affaire] m goedkeuring {f}
échange [affaire] m uitwisseling {f}
traité [affaire] m traktaat {n}
transaction [affaire] f verrichting {f}
vente [affaire] f verkoop {m}