Woxikon / Dictionnaire / Français Néerlandais / S / surveiller

FR NL Français Néerlandais traductions pour surveiller

La recherche du mot surveiller a 26 plusieurs résultats
Aller à Français » Néerlandais
FR Français NL Néerlandais
surveiller (v) [écoles] toezicht houden op (v) [écoles]
surveiller (v) [sécurité] bedwingen (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] bedwingen (v) [refréner]
surveiller (v) [sécurité] waken over (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] waken over (v) [refréner]
FR Français NL Néerlandais
surveiller (v) [sécurité] bewaken (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] bewaken (v) [refréner]
surveiller (v) [sécurité] in toom houden (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] in toom houden (v) [refréner]
surveiller (v) [sécurité] in bedwang houden (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] in bedwang houden (v) [refréner]
surveiller (v) [écoles] toezicht houden (v) [écoles]
surveiller (v) [travail] toezicht houden (v) [travail]
surveiller (v) [général] letten op (v) [général]
surveiller (v) [travail] toezicht houden op (v) [travail]
surveiller (v) [général] toezicht houden op (v) [général]
surveiller (v) [sécurité] beteugelen (v) [sécurité]
surveiller (v) [refréner] beteugelen (v) [refréner]
surveiller (v) [écoles - universités] surveilleren (v) [écoles - universités]
surveiller (v) [écoles] toezien op (v) [écoles]
surveiller (v) [travail] toezien op (v) [travail]
surveiller (v) [écoles] gadeslaan (v) [écoles]
surveiller (v) [général] gadeslaan (v) [général]
surveiller (v) [écoles] in de gaten houden (v) [écoles]
surveiller (v) [général] in de gaten houden (v) [général]
surveiller (v) [écoles] letten op (v) [écoles]
FR Synonymes pour surveiller NL Traductions
veiller [relation] behoeden
prendre garde [relation] uitkijken
garder [relation] bewaken
commander [position] commanderen
diriger [position] richten {n}
gérer [position] besturen
gouverner [position] regeren
régir [position] reglementeren
régler [position] oplossen
administrer [position] toedienen
conduire [position] rijden
examiner [vérifier] bedenken
inspecter [vérifier] rapporteren {n}
pointer [vérifier] aanwijzen
contrôler [vérifier] beheersen
épier [fait] spieden
guetter [fait] luisteren {n}
espionner [fait] bespieden
attendre [être de garde] verwachten
surprendre [observer] verrassen